zomernota 2017
PCPortal

Inkomen & Armoedebestrijding (BUIG)

Inleiding

Het domein Werk, Inkomen, Armoede en Schulden staat als gevolg van de economische crisis en de krimpende Rijksbudgetten onder grote druk. De werkloosheid, armoede en schulden nemen al jaren toe en de verwachting is dat deze ook de komende jaren nog zullen toenemen. Tegelijkertijd wordt op de budgetten BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten) en WSW (Sociale Werkvoorziening) fors gekort met de gedachte dat hier een prikkelwerking van uitgaat. Bij onveranderd beleid leidt dit ertoe dat we structureel een tekort hebben op respectievelijk SW van ongeveer € 2,8 miljoen, op BUIG van ongeveer € 2,0 miljoen (netto, het vangnet is hier al van af) en op armoede van ongeveer € 2,1 miljoen (samen bijna € 7 miljoen). Het nemen van maatregelen is daarom onvermijdelijk. Onze inschatting is dat we door het nemen van slimme maatregelen ons sociale beleid grotendeels overeind kunnen houden.

Werk

Het tekort op Werk wordt volledig verklaard door de WSW. Op de overige middelen (Participatiebudget en maat- en meerwerkbudget) geldt dat we datgene uitgeven wat is begroot. Ten aanzien van de Sociale Werkvoorziening geldt dat het WerkBedrijf er het afgelopen jaar in is geslaagd om meer SW-medewerkers aan het werk te krijgen buiten de muren van het WerkBedrijf, het ziekteverzuim onder SW-medewerkers te laten dalen  en de gerealiseerde omzet per medewerker te verhogen. Tegelijkertijd nemen de loonkosten toe door indexering en cao-afspraken en neemt de rijkssubsidie flink af. Behalve dat we samen met andere gemeenten een actieve lobby voeren bij het Rijk zijn deze ontwikkelingen niet of nauwelijks te beïnvloeden.

Inkomen

Het tekort op BUIG is naar verwachting in 2017 bijna € 15 miljoen. Na verwerking van de vangnetregeling blijft een ‘eigen risico’ over van € 8,3 miljoen. € 6 miljoen is reeds ‘opgelost’ in de stadsbegroting, waardoor er bij onveranderd beleid een netto tekort resteert van € 2,3 miljoen. De belangrijkste reden hiervoor is dat we als gevolg van het nieuwe BUIG-verdeelmodel fors gekort zijn op ons budget. Daarnaast is ook het totale macrobudget BUIG niet voldoende om de uitkeringen in Nederland van te betalen. Een andere reden voor het tekort is dat als gevolg van wetswijzigingen en andere ontwikkelingen (geen instroom in SW en Wajong, verhoging AOW-leeftijd, huisvesting statushouders) de bijstandsgerechtigden meer ondersteuning nodig hebben bij het vinden van werk dan voorheen. Ook de lokale arbeidsmarkt is ruim, wat inhoudt dat we relatief veel werkzoekenden hebben ten opzichte van het aantal vacatures. Dit alles is de reden dat we met het masterplan terugdringen bijstandstekort komen. Het masterplan betreft een integraal plan vanuit het gehele sociaal domein: werk, onderwijs, inkomen, zorg, welzijn, gezondheid en economie. In het masterplan staan een aantal stevige maatregelen om meer mensen in beeld te krijgen, meer mensen te activeren en meer mensen te laten uitstromen naar regulier werk. Ook zijn de quick-wins vastgesteld waarin we onder andere extra in zetten op handhaving, naleving en incasso. Dit alles vergt een forse investering (kosten gaan voor de baten uit én het gevolg van de werking van de vangnetregeling is dat baten niet direct –volledig- renderen). Omdat werk en inkomen nadrukkelijk samenhangt met gezondheid, welzijn, zorg, economie en onderwijs wordt vanuit de programma’s Zorg & Welzijn, Onderwijs en Economie & Werk mee geïnvesteerd. We verwachten daarnaast dat het macrobudget BUIG de komende jaren zal toenemen. De maatregelen in het masterplan, de quick-wins en de verwachte stijging van het macrobudget leiden ertoe dat we per 2020 vangnetonafhankelijk zijn en een structureel positief resultaat behalen op BUIG.

Verder zijn er in november 2015 twee moties aangenomen om te gaan experimenteren met meer vertrouwen bij de bijstandverstrekking. Het uitvoeren van deze moties moet waardevolle beleidsinformatie opleveren en kost in 4 jaren in totaal € 0,75 miljoen. Gezien de financiële situatie op deze portefeuille zien we geen mogelijkheid om uitvoering te geven aan deze experimenten.

Armoede

In Nijmegen kennen we traditioneel een ruimhartig armoedebeleid. Het armoedepalet bestaat grofweg uit bijzondere bijstand, de CAZ (Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering), subsidies (Stichting Leergeld, de Voedselbank, de Kledingbank, Inter-lokaal) en schuldhulpverlening. De regelingen die we hebben zijn openeinderegelingen. Dat betekent dat wanneer de armoede toeneemt en we erin slagen ons bereik te vergroten we te maken krijgen met een financieel dilemma. Op dit moment voorzien wij tekorten op armoedebestrijding. De belangrijkste oorzaken zijn een flinke kostentoename voor de CAZ  en hogere kosten voor bijzondere bijstand. Het nemen van maatregelen is daarom onvermijdelijk. We voeren daarom nog voor de zomer een korting door op de inrichtingskosten bijzondere bijstand en we starten met een pilot om meer voorzieningen tweedehands aan te bieden. In de jaren erna zijn nog meer maatregelen noodzakelijk. We denken dat we met bovenstaande maatregelen minima in Nijmegen kunnen blijven voorzien van goede en noodzakelijke ondersteuning. De Meedoenregeling is een succesvolle participatieregeling voor volwassenen. Bij voorkeur continueren we deze regeling, maar aangezien voor deze regeling slechts eenmalig geld beschikbaar is gesteld en we al te maken hebben met tekorten op armoedebestrijding continueren we de meedoenregeling niet. Het tekort op armoedebestrijding reduceren we verder doordat vanuit het Programma Zorg & Welzijn (Wmo-reserve) in 2017 en 2018 elk jaar € 0,7 miljoen beschikbaar wordt gesteld en doordat we de Klijnsmamiddelen voor de bestrijding van armoede onder kinderen (€ 0,93 miljoen structureel) ontvangen. We ontwikkelen van deze Klijnsmamiddelen geen nieuw beleid, wat betekent dat we de Klijnsmamiddelen inzetten om het tekort op de totale portefeuille te reduceren.

Resumerend

Vanwege de forse tekorten die bij ongewijzigd beleid ontstaan (opgeteld bijna € 7 mln. structureel) zien wij ons genoodzaakt om stevige maatregelen te nemen. Als gevolg van de te nemen maatregelen, het claimen van Rijksmiddelen en de bijdragen vanuit andere programma’s weten we het beroep op de algemene middelen te beperken tot € 3,0 miljoen in 2017, € 3,3 miljoen in 2018 en € 1,4 miljoen in 2019 en de jaren daarna verwachten we dat de ombuigingen leiden tot een structureel positief resultaat. Voor de jaren 2018 en 2019 doen we voor het financieel tekort een beroep op de saldireserve. Voor het lopend jaar, doen we dit niet nu, maar zal aan het einde van het jaar in de winstbestemming verrekening met reserves plaats vinden. Door in te blijven zetten op integraal maatwerk in de wijk, een focus op uitstroom naar regulier werk en participatie zorgen we ervoor dat we een sociale stad blijven waarbij iedereen kan meedoen.

Werk, inkomen en armoedebestrijding; bedragen * 1.000

2017

2018

2019

2020

2021

Tekort BUIG

Ink & Arm.

-2.313

-2.500

-2.938

-2.000

-2.000

Tekort SW

Econ.en Werk

-2.822

-2.943

-2.781

-2.782

-2.769

Tekort armoedebestrijding

Ink & Arm.

-1.441

-1.990

-1.990

-2.140

-2.140

Maatregelen SW

Econ.en Werk

255

118

118

118

Maatregelen BUIG

Ink & Arm.

-1.044

1.721

4.032

5.094

5.094

Maatregelen armoede

Ink & Arm.

500

500

1.200

1.410

1.410

vrijval taakmutatie armoedebestrijding kinderen

Ink & Arm.

932

932

932

932

932

Bijdrage Z&W aan CAZ

Ink & Arm.

700

700

afvangen tekort BUIG uit reserve Z&W

Zorg en Welzijn

2.500

Verrekenen met saldireserve

3.325

1.427

Totaal

-2.988

0

0

632

645